Heerlijk een gebakje eten en met al je aandacht proeven hoe lekker het wel niet is. Zonder schuldgevoel. Zonder angstig de calorieën te tellen. Zonder te denken dat dit eigenlijk niet mag. Zonder bang te zijn om door te schieten naar veel te veel.
Onbevreesd genieten. Kun je je dat voorstellen?
Onbevreesd genieten van iets lekkers. Heerlijk ontspannen. Omdat je een bewuste keuze hebt gemaakt om nu een gebakje te eten en ervan te genieten. Ontspannen omdat je weet dat het past in jouw eetpatroon. Onbevreesd omdat je weet dat je met dit ene gebakje niet je hele slanke dieet overboord gooit. Je weet dat je hierna de draad van je lekkere en gezonde eetpatroon weer oppakt.
Dit is hoe mensen zonder eetproblemen eten. En dit is het resultaat dat mensen met mijn begeleiding bereiken. En natuurlijk langzaam afvallen voor degenen die dat willen :-)
Ken je dat? Een klein kindje dat zijn ijsje aan mama of papa geeft omdat hij niet meer wil? Omdat hij genoeg heeft? Voor ons als volwassene is dat ondenkbaar. En voor jou als lijner of emotie-eter waarschijnlijk helemaal. Als je eenmaal wat lekkers hebt…..
Stel je eens voor. Wat als die lekkere trek er niet was. Wat als die stem die steeds zegt: ‘Er is nog chocolade....’ er niet zou zijn. Als die stem niet luider zou worden als je hem probeert te negeren: ‘Ik moet chocolade! Nu!’ of ‘Ik verdraag deze onrust niet. Ik kan dit echt niet. Ik moet nu....’
Tja, daar zit je dan. Je hebt drie chocoladeletters en een speculaaspop van de Sint gekregen. Wat doe je daarmee! Je kent jezelf goed genoeg. Voor je het weet heb je het allemaal opgegeten. Veel meer en veel sneller dan je had gewild. En voel je je weer schuldig. Dit scenario ken je maar al te goed. Zo was het vorig jaar, en het jaar daarvoor…. Kan het nu niet anders?
De pepernoten vliegen ons weer om de oren. Bij de ingang van de supermarkt, aanbiedingen in de winkel, op de toonbank bij de bakker. En als het nu alleen de pepernoten waren… Maar er is ook marsepein, speculaas, chocoladeletters, Sint Maarten-snoep….. Zie dat maar eens te weerstaan!
‘En uiteindelijk eet ik dan toch die reep chocolade op.’ Tanja schaamt zich. En ze snapt zichzelf niet. Ze had zich zo voorgenomen om niet te snoepen. En ze heeft ook echt haar best gedaan. Waarom doet ze dit dan toch? Ze weet toch beter?
‘Vanaf nu ga ik niet meer snoepen.’
‘Eigenlijk moet ik verstandiger eten.’ ‘Morgen ga ik minder snoepen.’ Voordat ik afviel nam ik me bijna dagelijks voor om minder te snoepen. Meestal vlak voordat ik ging slapen. De volgende dag was ik het meestal weer vergeten en vervolgde ik m’n oude ongezonde eetpatroon.