Ik kom om in de Sint lekkernijen. 6 Tips hoe ik hiermee om ga.

Sinterklaas was erg gezellig gisteren. Goed gezelschap, leuke gedichten en mooie cadeaus.

En nog heeeel veel lekkers over.

We hebben het samen verdeeld, en ik heb een deel mee naar huis genomen. Ik heb nu dus van alles in huis:

• Pietjes van pralinechocolade (heerlijk!)
• twee schattige praline stoombootjes
• een marsepeinen beest
• een stuk banketstaaf
• speculaas, taaipopjes
• borstplaat
• twee zakjes pepernoten
• een handje chocoladepepernoten.
• Daarnaast nog 5 Brabantse bolussen (zoete broodjes)

En dan heb ik ook nog een deel van het Sint Maartensnoep (11 november) over.

Ik kom om in de zoetigheid dus. Hoe ga ik daarmee om?

Hier zijn 6 principes en trucs die mij hierin helpen.

1. De belangrijkste is: Ik mag snoepen en ik mag ervan genieten.
   Juist doordat het mag, kan ik het makkelijker mee omgaan. Ik weet: ‘Nu mag ik iets snoepen. En morgen weer.’ De stress en magie gaan hierdoor van het snoepen af. Het is iets dat gewoon bij mijn leven hoort. Waar ik voor kan kiezen, en waar ik ook weer mee kan stoppen als ik genoeg heb. De wetenschap: ‘Morgen mag ik weer’ helpt mij om te stoppen.
   
   
2. Ik heb vaste momenten waarop ik snoep.
   Bij mij is dat halverwege de middag, voordat ik een hongerklap krijg. Dit vaste moment zorgt ervoor dat ik op andere momenten niet aan lekkers denk, en dus ook niet in de verleiding kom. En door mijn hongerklap voor te zijn, is het veel makkelijker om het bij een portie te laten. Als je eenmaal een hongerklap hebt, is die beheersing nog heel moeilijk. Die wil je dus liever voorkomen.
   
   
3. Ik koop geen ander snoep en koek totdat ik dit op heb.
   Ik eet mijn Sint-lekkernijen nu op de momenten waar ik anders ook een koekje of chocolaatje zou nemen. De marsepein en borstplaat worden nu geen extra snoepmomenten, maar ze komen in plaats de normale.
   
   
4. Ik heb gisteren heel bewust gekozen wat ik mee wilde nemen.
   Zo vind ik chocoladepepernoten heerlijk. En weet ik ook dat ik erin doorschiet als ik er eenmaal aan begin. Mijn oplossing: ik neem één handje mee. Daar kan ik heerlijk van genieten en weet ik zeker dat ik niet zal overeten.
   
   
5. Ik vries dingen in.
   Die heerlijke Brabantse bolussen? Die heb ik ingevroren. Als ik er zin in heb, pak ik er lekker één.  En dat kan ik de komende tijd maar liefst 5 keer doen. Wat een fijn vooruitzicht.
   
   
6. ik heb het lekkers uit het zicht opgeborgen.
   De bolussen in de diepvries, het andere lekkers in de kast. En dat is een kast waar ik niet zo vaak in kom. Dus niet in de kast waar ik mijn koffie en thee bewaar. Want dan zou ik elke keer dat ik een kopje koffie of thee wil drinken, de verleiding moeten weerstaan.

Gevolg van dit alles is dat ik wel een paar weken vooruit kan met al het lekkers dat ik nu in huis heb. En dat komt goed uit, want dan komen de lekkernijen van kerst weer.

Worstel jij met alle verleidingen van deze feestmaand?

Ben je klaar met streng lijnen, jojo-en of eetbuien? Wil je nu eens een keer grip op wat je eet? Naast deze tips is er nog veel meer mogelijk. Met hulp kun jij ook leren hoe je én lekker geniet van eten, én weer kunt stoppen.

Je bent welkom voor een gratis kennismaking. Lees meer over de mogelijkheden en aanmelding op: www.eetbuicoaching.nl